Ziektebeeld
1. Hoe krijg je leukemie?
Leukemie is de verzamelnaam voor verschillende soorten beenmergkanker. Alle vormen worden gekenmerkt door een ontregelde groei van verschillende soorten witte bloedcellen.
In het beenmerg, dat zich bevindt in de platte botten, zoals het borstbeen en het bekken, worden nieuwe bloedcellen aangemaakt: rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes.
De witte bloedcellen zorgen ervoor dat vreemde indringers in het lichaam, zoals virussen en bacteriën, worden bestreden. De verschillende soorten witte bloedcellen zorgen ervoor dat deze aanvallers worden gedood en naar de nieren en de lever worden afgevoerd.
Bij leukemie is het systeem verstoord. Er ontstaan te veel witte bloedcellen, maar die zijn niet rijp. Door die grote hoeveelheden onrijpe witte bloedcellen komt de productie van de normale bloedcellen in het beenmerg in het gedrang. Dat heeft verschillende gevolgen.
Bij een tekort aan rode bloedcellen ontstaat bloedarmoede. Het bloed kan dan minder zuurstof en voedingsstoffen vervoeren. Een tekort aan rijpe witte bloedcellen betekent een grotere gevoeligheid voor infecties en tenslotte leidt een tekort aan bloedplaatjes tot bloedingen. Ook kan het bloed niet goed stollen.
Omdat de bloedcellen in het beenmerg worden aangemaakt, zullen de onrijpe bloedcellen daar als eerste te vinden zijn. Maar na verloop van tijd bereiken ze via de bloedbaan de andere organen, bijvoorbeeld de lymfeklieren, de milt en de lever. Er bestaat een chronische en een acute vorm van leukemie. Deze worden weer onderverdeeld in lymfatische en myeloïde leukemie, afhankelijk van welke soort cel de ziekte veroorzaakt.
2. Wat zijn de gevolgen van leukemie?
Als je leukemie hebt, dan ben je snel buiten adem. Kinderen die spelen graag buiten. Maar als je leukemie hebt, is het dus lastig om buiten te spelen. Ook krijgen kinderen snel blauwe plekken en bloedingen waardoor zij heel erg moeten uitkijken met het buitenspelen. Door de moeheid is het ook moeilijk om naar school te gaan, omdat dit vermoeiend is. De patiënten die moeten vaak naar het ziekenhuis voor allerlei behandelingen.
3. Hoe is leukemie te behandelen?
Leukemie is niet door operaties te genezen omdat de ziekte zich per definitie al door het hele lichaam verspreid heeft, zodat het chirurgisch weghalen van het zieke weefsel niet mogelijk is. Wel kan het op een andere manier behandeld worden. In een betrekkelijk hoog percentage van de gevallen is genezing te bereiken en in een groot aantal andere gevallen de progressie van de ziekte jaren te vertragen, soms tientallen jaren. Chronische Myeloïde Leukemie-patiënten worden sinds 2002 bij voorkeur behandeld met het medicijn Glivec. De behandeling bij leukemie kan variëren. Verschillende behandelingen bij leukemie zijn:
- Chemotherapie: bij chemotherapie worden de leukemiecellen vernietigd door middel van medicijnen. Bij chemotherapie kunnen veel bijwerkingen optreden;
- Signaaltransductieremmers: signaaltransductieremmers worden gebruikt bij chronische myeloïde leukemie. Het remt het signaal dat leukemiecellen aanspoort om zich te vermenigvuldigen. Uiteindelijk sterven hierdoor de leukemiecellen;
- Bestraling: een ander woord voor bestraling is radiotherapie. Bij deze methode wordt ervoor gezorgd dat leukemiecellen zich niet verder delen en uiteindelijk doodgaan. De bestraling richt zich op de onrijpe witte bloedcellen;
- Immunotherapie: bij immunotherapie wordt het menselijke afweersysteem versterkt om de leukemiecellen te bestrijden. Dit gebeurt door het toedienen van middelen die het afweersysteem versterken. Immunotherapie wordt in combinatie met een andere behandeling gebruikt om de klachten te verminderen en het verloop van de ziekte te vertragen;
- Beenmergtransplantatie: bij beenmergtransplantatie worden gezonde stamcellen uit het beenmerg gehaald. Bij de transplantatie worden ongezonde beenmergcellen vervangen door gezonde beenmergcellen. Deze gezonde beenmergcellen kunnen afkomstig zijn van de patiënt zelf of van een donor;
- Stamceltransplantatie: stamceltransplantatie lijkt heel erg op beenmergtransplantatie. Het verschil is dat bij stamceltransplantatie gezonde stamcellen uit het bloed worden gehaald. En dat een stamceltransplantatie minder ingrijpend is dan een beenmergtransplantatie.
Bij jonge kinderen komt met name acute lymfatische leukemie voor, die in ongeveer 80% van de gevallen te genezen is. Dat heeft met name te maken met het feit dat deze leukemie relatief gevoelig is voor antikankermedicijnen (chemotherapie). De behandeling van kinderen met leukemie wordt in Nederland gecoördineerd door de Stichting Kinderoncologie Nederland (SKION), het samenwerkingsverband van Nederlandse kinderarts-oncologen (Den Haag).
4. Kan leukemie voorkomen worden?
Voor veel vormen van kanker, bepaalde dingen maak je meer kans om het te krijgen. Deze staan bekend als risicofactoren. Dus het veranderen van uw levensstijl aan die risico's te vermijden kan verminderen uw kans op het krijgen van de ziekte. Maar de meeste mensen met leukemie hebben geen bekende risicofactoren. Er is geen absolute manier is om leukemie te voorkomen. Roken is in verband gebracht met een verhoogd risico op het ontwikkelen leukemie. Bijvoorbeeld, zijn ongeveer 20 procent van acute myeloïde leukemie (AML) zaken die verband houden met roken. Dus stoppen
met roken kan uw risico op het ontwikkelen van leukemie. Stoppen met roken verlaagt ook het risico op het krijgen van long-, hoofd, nek, slokdarm, maag en blaas kanker.
5. Wat zijn de symptomen van leukemie?
Er zijn veel klachten wat leukemie zou kunnen zijn. Deze wijzen specifiek op bloedkanker:
· Opgezette lymfeklieren zonder directe pijnklachten aan de lymfen
· Frequentie en terugkerende infecties
· Ernstige vermoeidheid
· Gewichtsverlies of onverklaarbaar aankomen
· Koorts en nachtelijk transpireren
· Bloedingen en onverklaarbare blauwe plekken op het lichaam
· Een opgezwollen of pijnlijke buik
· Pijn in gewrichten en botten
Om een diagnose te stellen zal de arts altijd een bloedonderzoek laten uitvoeren, eventueel gevolgd door biopsie of onderzoek aan het beenmerg. Eventueel wordt een ruggenprik uitgevoerd om wat vocht te kunnen aftappen en in het laboratorium te kunnen onderzoeken.
6. Wat zijn de verschillende vormen van leukemie?
Er zijn 2 soorten leukemie, acute leukemie en chronische leukemie.
Acute leukemie:
De acute vorm van leukemie is een snel verlopende, dodelijke vorm van leukemie. De klachten ontstaan op korte termijn. Klachten van acute leukemie zijn:
- Vermoeidheid
- Infecties
- Koorts
- Spontane bloedingen
Dat heeft te maken met het te kort aan rode/witte rijpe bloedcellen en bloedplaatjes. Vaak beginnen deze bloedingen bij het tandvlees. De bloedingenkunnen zo erg worden dat er een hersenbloeding kan ontstaan met soms een dodelijke afloop.
Chronische leukemie:
Bij de chronische vorm van leukemie kan de patiënt er heel lang niks bijzonders aan merken, de ziekte bouwt zich langzaam op. De klachten komen dus pas na een enige tijd, voorbeeld van de verschijnselen bij chronische leukemie zijn bleekheid en vermoeidheid als gevolg van bloedarmoede. Soms wordt de ziekte ook bij toeval ontdekt bij een routine bloedonderzoek. Vaak heeft de patiënt last van hoofdpijn, eetlust vermindering, spijsverteringsstoornissen en onregelmatige koortaanvallen.
Hoe verder de ziekte zich vordert des te meer klachten er kunnen komen. Mensen kunnen ook last krijgen van duizeligheid, gehoor vermindering en bloedingen. Chronische leukemie kan zeer langdurig zijn, meestal is een infectie onder sterke weerstand oorzaak van een fatale afloop.
7. Wat zijn de geneeskansen van leukemie?
De laatste 40 jaar is de genezingskans voor kinderen met acute leukemie enorm toegenomen. In 1960 genas minder dan 5% van de kinderen, tegenwoordig geneest ongeveer 80% van alle kinderen met acute leukemie. De precieze genezingskans voor ieder individueel kind hangt af van veel verschillende factoren. Dit zijn o.a.: de leeftijd, het geslacht, het aantal leukemiecellen bij diagnose, de eventuele uitbreiding van de leukemie naar het zenuwstelsel of de zaadballen, het type leukemie en het soort DNA afwijking in de leukemiecellen. Zeer belangrijk is ook de eerste reactie van de leukemie op de chemotherapie. In ieder behandelprotocol worden enkele van deze factoren gebruikt om zo goed mogelijk in te schatten hoe groot de genezingskans voor een individueel kind is. Daar wordt dan weer het soort behandelprotocol en de zwaarte van de behandeling op afgestemd.
8. Is leukemie dodelijk?
Tegenwoordig is de kans op genezing van leukemie veel groter dan vroeger. Kinderen die vroeger met leukemie gediagnostiseerd werden hadden een donkere toekomst. In totaal werden minder dan 5% van de kinderen met leukemie genezen van de ziekte. Tegenwoordig wordt meer dan 80% van de kinderen genezen. Ook voor volwassenen is de kans op genezing veel groter. Dit komt ook veel doordat er nu veel meer technieken zijn en veel meer middelen om de leukemie te bestrijden.
Als er aan leukemie niks gedaan word of geen goede behandeling word toegepast is de kans dat leukemie genezen word erg klein. Wanneer de leukemie al uitgezaaid is naar organen en zenuwstelsel is de kans nog kleiner en is er eigenlijk geen behandeling meer mogelijk om dit te genezen.
9. Op welke leeftijd komt leukemie vaak voor?
Leukemie kan op elke leeftijd voorkomen en is bij elke vorm weer anders. Acute leukemie komt voornamelijk voor bij jongeren. Chronische leukemie komt vaker voor bij wat oudere mensen.
10. Welke medicatie wordt er gebruikt bij leukemie?
Hypothalamus-hormonen
Hypothalamus-hormonen remmen de aanmaak van zowel mannnelijke als vrouwelijk geslachtshormonen. Hierdoor wordt de groei van kankercellen afgeremd. Ze worden gebruikt bij bijvoorbeeld prostaatkanker en borstkanker. Voorbeelden zijn leuproreline, triptoreline en gosereline.
Bijnierschorshormonen
Natuurlijke bijnierschorshormonen zijn nodig om energie, mineralen en zouten vrij te maken en op te slaan. De geneesmiddelen die vallen onder de groep bijnierschorshormonen, ofwel corticosteroïden, verbeteren de eetlust en verminderen vermoeidheid bij mensen met kanker.
Veel medicijnen tegen kanker veroorzaken bovendien ernstige misselijkheid. Bijnierschorshormonen kunnen deze vorm van misselijkheid verminderen. Ze worden dan vaak samen met andere middelen tegen misselijkheid gebruikt. Voorbeelden zijn dexamethason, prednisolon, prednison en triamcinolon.
Bisfosfonaten
Bisfosfonaten worden gebruikt bij botpijn bij de ziekte van Kahler (beenmergkanker) of bij uitzaaiingen van kanker in de botten. Bisfosfonaten binden zich aan het calcium in het bot en remmen hierdoor de afbraak van het bot. Hierdoor versterken de botten en neemt een te hoge hoeveelheid calcium (kalk) in het bloed af. Voorbeelden zijn clodroninezuur en ibandroninezuur.
Medicinale cannabis
Bij kanker werkt cannabis, medicinale marihuana, tegen pijn, misselijkheid, verminderde eetlust, vermagering en verzwakking. Ook tegen misselijkheid en braken als bijwerking van chemotherapie is cannabis effectief.
De werkzaamheid van cannabis is pas in beperkte mate onderzocht. Cannabis zal daarom pas worden voorgeschreven als reguliere behandelingsmethoden onvoldoende werken of wanneer er te veel bijwerkingen optreden.
Dronabinol is één van de werkzame bestanddelen van cannabis en is apart verkrijgbaar. Het is alleen in het buitenland op de markt en kan alleen met een speciale artsenverklaring in de apotheek worden besteld.
Filgrastim en pegfilgrastim
Filgrastim en pegfilgrastim worden gebruikt tegen de bijwerkingen van chemotherapie. Chemotherapie remt de groei van cellen, ook van de witte bloedcellen, waardoor er een tekort aan witte bloedcellen kan ontstaan. Witte bloedcellen zijn nodig om het lichaam te verdedigen tegen ziekteverwekkers, zoals bacteriën. Bij een tekort aan witte bloedcellen heeft u veel meer kans op ernstige infecties.
Filgrastim en pegfilgrastim stimuleren het lichaam om nieuwe witte bloedcellen te maken. U heeft dan minder kans op infecties met bacteriën.
Allopurinol
Allopurinol wordt gebruikt tegen een te grote hoeveelheid urinezuur in het bloed. Dit kan ontstaan als bijwerking van chemotherapie en als bijverschijnsel van sommige vormen van kanker. Een teveel aan urinezuur kan jicht geven, maar ook andere verschijnselen , zoals nierstenen. Allopurinol verhindert de omzetting van purine in urinezuur en voorkomt hiermee opstapeling van urinezuur in het bloed.
Maak jouw eigen website met JouwWeb