Coping

Omdat elke patiënt anders is en anders met tegenslagen omgaat zijn er ook verschillende manieren waarop een verpleegkundige moet handelen wanneer iemand in zijn verwerkings proces zit. Dit nomen wij coping stijlen.

Welke coping stijlen heb je:

  •  Het probleem actief aanpakken
  •  Sociale steun zoeken
  • Vermijden en afwachten
  •  Afleiding zoeken
  •  Depressief reageren
  •   Emoties en boosheid uiten
  •  Geruststellende gedachten
  •   Overgave

Op elke coping strategie heb je een bepaalde manier van handelen die daarbij het meest effectief is. wat wij als verpleegkundige kunnen doen is:

  • Begeleiding bij coping strategieën.
  • Begeleiding bij een slecht nieuws gesprek en probleemgesprek
  • Benaderingswijzen (belevingsgerichte zorg, ROT, validation, reminiscentie, warme zorg, pdl, zintuigactivering, levensboek)
  • Verpleegkundige strategieën
  • Onderbieden
  • Stimuleren
  • Activiteiten
  • Zorg overnemen

 

·       

            Waarderende benadering

Wanneer een patiënt bijvoorbeeld met zijn problemen omgaat door deze eerst weg te stoppen en te negeren en wanneer hij/zij het aankan het gaat accepteren, dan ga je niet meteen allemaal vragen stellen en dingen aan deze patiënt vertellen. Dan wacht je rustig af totdat de patiënt er aan toe is om er over te praten of tot dat deze patiënt het kan accepteren.

Een patiënt die als coping stijl heeft om zijn problemen actief aan te pakken en steun te zoeken bij sociale contacten kan je als verpleegkundige kan je bijvoorbeeld lotgenoten contact adviseren. Je gaat er dan veel over praten met de patiënt en gaat acties bedenken om het te verwerken en minder zwaar te maken. Je kan de patiënt voorstellen aan een vertrouwenspersoon waar de patiënt altijd zijn verhaal kwijt kan.

·         Het probleem actief aanpakken

Je gaat samen met de patiënt een gesprek aan om te kijken wat de mogelijk heden zijn naast de ziekte. Wat kan de patiënt nog gewoon blijven doen, en welke dingen moet de patiënt laten liggen.

·         Sociale steun zoeken:

Je kan dan als verpleegkundige dan lotgenoten contact adviseren. De patiënt kan dan met andere patiënten praten over de ziekte en kan informatie van elkaar krijgen. Ook kunnen wij een vertrouwenspersoon  er bij betrekken voor de patiënt, om de problemen bespreek baar te maken.

·         Vermijden en afwachten:

Als verpleegkundige kan je bij de patiënt duidelijk maken dat er altijd over het probleem gepraat kan worden, maar je wil niet opdringerig zijn tegen over de patiënt. Wat je verder kan doen is afwachten totdat de patiënt er zelf aan toe is om er over te praten en om het te accepteren.

·         Afleiding zoeken:

Als verpleegkundige kan je de patiënt activiteiten laten doen waarbij de patiënt meteen in contact komt met lotgenoten. Zo kunnen de lotgenoten onder elkaar ook activiteiten uitvoeren en bij elkaar afleiding zoeken. Ook kan je de patiënt laten weten dat ze gewoon doorkunnen gaan met hun hobby’s in hoeverre dat mogelijk is.

·         Depressief reageren:

Als verpleegkundige moet je de patiënt de tijd gunnen om het te verwerken. Al is het natuurlijk niet de bedoeling dat de patiënt te lang in deze depressie blijft hangen. We stellen de patiënt voor aan een psycholoog en geven hem de gelegenheid om daar gesprekken mee te voeren. Op deze manier willen we proberen de patiënt te helpen om zijn ziekte te accepteren.

·         Emoties en boosheid uiten:

Als verpleegkundige moet je niet te veel ingaan op de boosheid en emoties van de patiënt. Je moet het natuurlijk niet negeren maar dit is gewoon de manier van verwerken van de patiënt. Je kan de patiënt gerust stellen en informatie vertellen over hoe het verder gaat en wat de mogelijkheden zijn.

·         Geruststellende gedachten:

Je gaat als verpleegkundige een gesprek aan met de patiënt over de mogelijkheden en hoe het verder gaat. Ook al wil de patiënt het liever niet horen moet je ook vertellen over de consequenties die de ziekte met zich mee brengt. Je gaat hier dan samen een oplossing voor bedenken. 

·         Overgave:

      Dit is als verpleegkundige heel gunstig, je kan het met de patiënt hebben over het verdere verloop van de ziekte, de consequenties, de behandeling en de dingen waar de patiënt tegen op ziet. Je kan samen praten over hoe je het verder gaat aanpakken met de patiënt en laat de patiënt weten dat ze altijd met je kunnen praten en om hulp kunnen vragen.

Maak jouw eigen website met JouwWeb